Wist je dat Georges Wemans sinds 1994 onderzoek verricht over de geschiedenis van de Landense regio en zich inzet voor het behoud en beheer van ons gemeenschappelijk erfgoed. Georges is voorzitter van de Geschied- en Heemkundige Kring van Landen.
Zijn jeugdjaren
Georges is geboren in Sint-Truiden en bracht (als oudste van de vier kinderen die het gezin telde) zijn eerste levensjaren door in het Haspengouwse dorp Jeuk (Goyer) op de taalgrens. In zijn jonge jaren laveerde hij daar tussen de heersende fermocratie met grote herenboeren en de clerus die een determinerende rol speelde. Hij trad toe tot de Chiro en leerde hier het Haspengouwse landschap door en door kennen. Ook de sterren- en wolkenhemel kende geen geheimen voor hem. Al vroeg snuisterde hij in de omvangrijke archiefkist van het gemeentehuis, waar zijn vader gemeentesecretaris was. Hij was de geregelde gast en graag geziene hulp bij zijn suikernonkel, een non-conformistische zelfstandige handelaar en vrijgezel, die samenleefde met zijn twee ongehuwde zusters. Hier leerde hij ‘De Standaard der Letteren’ (toen nog AVV-VVK!) lezen, klassieke muziek beluisteren, toneelopvoeringen waarderen en kreeg de (verplichte) techniek van het kaartlezen onder de knie tijdens de talrijke zondaguitstappen – inclusief de IJzerbedevaarten – met de toenmalige Daf 750! Met enkele vrienden richtte hij een fotoclubje op. Kortom, een heerlijke tijd.
Zijn studies
Georges behaalde eerst een pedagogisch diploma aan de (nu ontmantelde) normaalschool te Tienen, studeerde vervolgens (aard)wetenschappen aan de Universiteit van Leuven, met specialisatie in de quartaire geologie, met een uitstapje naar de richting ‘Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening’. Hij werd aan dezelfde universiteit aangesteld als wetenschappelijk navorser (NAVO-project) en na een onderzoeksstage aan de universiteit van Pisa (Italië) doctoreerde hij op een proefschrift nauw verwant met de meteorologie en hydrologie. Hij bezit ook het diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (Universiteit Leuven). Na de verplichte legerdienst gaf hij zijn ontslag aan de universiteit – wat hij achteraf betreurde – en trad na een vergelijkend examen in dienst als burgerlijk docent van Defensie (Luchtmacht). Hij specialiseerde zich verder aan de Universiteit Brussel in de luchtvaartweerkunde en -navigatie. Bij Eurocontrol in Luxemburg behaalde hij het brevet van GPS-navigatie. Graag denkt hij terug aan de mooie herinneringen gelinkt aan zijn carrière in het militaire milieu met gemotiveerde studenten en fijne collega’s, zowel militairen als burgers.
Van Gingelom naar Leuven en naar Landen
Georges is gehuwd met de Oost-Vlaamse, Monique, heeft drie kinderen en zes kleinkinderen. In 1980 settelde het jonge gezin zich definitief in Landen omwille van de goede verbindingen met het hinterland Vlaanderen en Brussel. Hij en zijn echtgenote wonen er graag. Verbeteringen zijn natuurlijk altijd mogelijk.
En de heemkundige kring?
Weldra geraakte Georges via het lidmaatschap bij de lokale heemkundige kring (1986) en het eindwerk van zijn oudste dochter aan het lokale college, in de ban van het landschappelijk patrimonium, de lokale geschiedenis en erfgoed van de Landense regio, en opteerde naast zijn drukke job, zich in te zetten als vrijwilliger. Hij was daarom in 1994 een welgekomen bestuurslid bij de heemkundige kring, daar de termijn van de meeste pioniers er nagenoeg opzat en de veroudering zijn intrede had gedaan. Na hem zijn er nog mensen toegetreden, maar het bleef een komen en gaan. Slechts een minderheid bleef getrouw. Via de intrede van het internet werd de wereld ieders dorp en bleef er nauwelijks tijd en behoefte over om terug te buigen op zijn eigen heem. Hij erkent de kracht van facebook voor de heemkunde, maar betreurt het gebrek aan fysieke contacten.
Huidige hobby’s?
Fotografie, allerhande lectuur, weerkundige waarnemingen, wandelen en fietsen, en natuurlijk de hoofdbrok: het verrichten van lokaal historisch/geografisch onderzoek over de Landense regio, met inbegrip van het uitschrijven van de resultaten in de vorm van artikels en/of boeken. In het kader van zijn voorzitterschap volgde hij cursussen G.I.S., maakte zich vertrouwd met de werking van diverse softwarepakketten, de paleografie (oud schrift ), bezoekt op regelmatige basis de rijksarchieven van Luik, Leuven en Brussel, leidt excursies, geeft lezingen. Zijn meteorologische kennis kan hij linken aan weerfenomenen beschreven in de (oude) archieven (het klimaat als ‘deus ex machina’ in de geschiedenis!).
Wat is de taak van de voorzitter van de Geschied- en Heemkundige Kring Landen vzw (binnenkort omgedoopt tot Erfgoedvereniging Pepijn@Landen vzw)?
Eerst wil Georges benadrukken dat de voorzitter niet vergoed wordt. De voorzitter (ook werkgever) heeft de dagelijkse leiding van de vereniging en ziet toe op de goede werking ervan; stelt de jaarplanning op; zit de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering voor en stelt de vergaderagenda’s op; leidt de besprekingen en zorgt voor het nemen en opvolgen van de beslissingen; is hoofdredacteur en verantwoordelijke uitgever van alle publicaties van de vzw Geschied- en Heemkundige Kring Landen; verzorgt de public relations van de vereniging; is beheerder van de website en de facebookpagina van de vzw; verbindt de vereniging naar buiten toe met zijn handtekening; waakt over de regelmaat van de vergaderingen; als werkgever is hij het hoofd van het personeel en leidt de personeelsvergaderingen, waarvan het tijdstip ad hoc bepaald wordt.
Vermits de vereniging al enkele jaren geen secretaris heeft, valt ook deze taak ten laste van de voorzitter t.t.z. de correspondentie (in samenwerking met het vast secretariaat); het opstellen en verzenden van de uitnodigingen voor de vergaderingen (in samenwerking met het vast secretariaat); het opmaken en bijhouden van de notulen van de vergaderingen; het opstellen van het jaarverslag en het toezicht op het ledenbeheer.
Op dit ogenblik bestaat het vast bestuur van de kring uit drie leden: voorzitter, ondervoorzitter en één bestuurslid. De taak van penningmeester wordt op vrijwillige basis opgenomen door een boekhouder. Verder werkt het bestuur samen met losse medewerkers (familiekunde, militaria, onderwijs, logistiek…) die niet deelnemen aan de vergaderingen, maar toch zeer waardevolle bijdragen leveren in het documentatiecentrum, op redactioneel vlak en op het domein van evenementen.
De gouden kooi van Rufferdinge…
Georges vindt het belangrijk dat de vereniging een vaste stek heeft in het Belevingscentrum Rufferdinge van de stad Landen, waar het secretariaat is gevestigd en waar men over een aantal ruimtes beschikt waar de bibliotheek, het documentatiecentrum enz. werden ondergebracht. Bovendien worden de personeelskosten voor één halftijdse medewerker gedekt door de stad Landen. Deze halftijdse medewerker ondersteunt het bestuur met het verrichten van administratieve taken, onthaal, voorbereiding activiteiten en het beheer van het documentatiecentrum. Een andere deeltijdse betaalde medewerker verricht taken als publiekswerker en redacteur (Fonds Sociale Maribel). Wegens de voornoemde dalende interesse in het verenigingsleven, zeker in onze lokale heemkundige kring, zou het onmogelijk zijn zonder deze personeelsleden de kring verder te laten functioneren. De toekomst ziet er bijgevolg allesbehalve rooskleurig uit, temeer daar één van de medewerkers dit jaar met pensioen gaat, een andere einde 2023.
Is Georges een ‘Landengenieter’?
De Geschied- en Heemkundige Kring Landen vzw werkt ook nauw samen met de toeristische dienst die in hetzelfde gebouw is gevestigd. Zelf beschouwt Georges zich terdege als een Landengenieter. In de nagelnieuwe toeristische gids van de stad ‘Visit Landen’ (voorgesteld op 30 maart 2022) schreef hij: “Hoe ik mij ook verplaats in Landen, steeds word ik getroffen door de betoverende kleuren- en vormenrijkdom van ons open landschap, de contemplatieve Gallo-Romeinse grafheuvels, de legendarische Merovingische site met dominante motheuvels, de mystieke kerkjes, de rurale dorpskernen met imposante vierkanthoeven…” Deze stad van het platteland heeft volgens hem keiveel potentieel op cultureel-toeristisch vlak, maar dat wordt te vaak onbenut gelaten. Een mooi voorbeeld is de unieke site Sinte Gitter die sinds 1986 op een grondige renovatie zit te wachten…
We vragen Georges naar welke Landenaar we het meest moeten opkijken?
Zulke Landenaar moet een origineel denker zijn met doorzettingsvermogen, geloofwaardigheid, zelfdiscipline, verantwoordelijkheidszin, wijsheid, integriteit, hoffelijkheid en moed. Maar hij verwijst toch graag naar de mysterieuze figuur Pepijn ‘de Oude’ of mooier Pepijn ‘van Landen’. De bijnaam ‘van Landen’ kreeg hij pas rond de 13e eeuw. Tot nog toe is de link met Landen niet echt bewezen. Resideerde hij als grondpotentaat op het domein Sinte Gitter? Daarom vindt hij de herinrichting van de site Sinte Gitter zo belangrijk. “Zo kunnen we de legende rond Pepijn en Gertrudis levendig houden en misschien nieuw onderzoek stimuleren dat kan leiden tot het echte verhaal.”
Wat wil Georges bereiken op middellange en lange termijn?
Hij vindt deze vraag voor hemzelf enigszins irrelevant, maar verwijst eerder naar één van de fundamentele vragen die de filosoof Emmanuel Kant stelde: “Wat ‘kan’ of ‘moet’ ik doen?” Het antwoord voor hem is vooral blijven doen wat je graag doet binnen de grenzen van het mogelijke en de beperkingen qua kennis en verbeelding. Maar ook de overlevering uit het verleden speelt voor hem een grote rol. Vanuit het werk voor zijn erfgoedvereniging grijpt hij grif terug naar een veel geciteerde zin uit de autobiografie van de Russisch-Amerikaanse schrijver Nabokov: “Alles is zoals het hoort te zijn, niets zal ooit veranderen, niemand zal ooit doodgaan”. Wanneer hij de lokale en regionale archieven doorspit lijkt het alsof je een gebouw met vele kamers binnenwandelt, een deur opent, de overledene ontmoet, zijn antwoorden kritisch analyseert en synthetiseert in de vorm van pas ontloken kennis. Hoe boeiend is het binnen te dringen in die wereld, die wereld bestaat nog! Hij is het eens met historica Sophie De Schaepdrijver: “Voor een historicus is niemand dood!”
Op welke manier wil hij zich wapenen tegen de klimaatverandering?
In 1968 schonk zijn vader hem het boekje van architect Renaat Braem: ‘België het lelijkste land ter wereld’. Het handelde over de stedenbouwkundige chaos in België en deed een oproep om een kwalitatieve ruimtelijke ordening te ontwikkelen. Dit boekje sloeg bij hem in als een bom en heeft in grote mate zijn studiekeuze bepaald. Even later verscheen het Rapport van de Club van Rome (1972) over de grenzen van onze groei. Het fungeerde als de setting mindset voor hem en zijn vrienden medestudenten. De klimaatverandering is een complex probleem. In dat opzicht beveelt hij warm de boeken van Sara Vicca en Ann Crabbé ‘Van klimaatverandering naar systeemverandering’ (Een veelzijdige blik op een complexe globale uitdaging) en van Kate Raworth ‘Donut economie’ (In zeven stappen naar een economie voor de 21ste eeuw) aan. Op individuele basis valt er zonder begeleidingsmaatregelen van de overheid niet zoveel te beginnen. Hij en zijn echtgenote proberen wel gezinsmatig hun steentje bij te dragen op het vlak van duurzaam leven, klimaatvriendelijke beplanting, bodemwaterretentie enz. Hij vindt dat men ook op gemeentelijk vlak naar een grotere fragmentering van ons open landschap (zoals het voor de ruilververkaveling bestond) moet evolueren, de schadelijke lintbebouwing tegengaan, kleinschalige herbebossingsprojecten stimuleren (cf. Ezemaal), kernverdichting nastreven…